Nederland https://www.anthesisgroup.com/nl Voorheen Climate Neutral Group Mon, 27 Oct 2025 11:16:46 +0000 nl-NL hourly 1 https://wordpress.org/?v=6.8.3 https://www.anthesisgroup.com/nl/wp-content/uploads/sites/15/2024/02/cropped-Waypoint-32x32.png Nederland https://www.anthesisgroup.com/nl 32 32 EUDR-compliance: is jouw organisatie er klaar voor? https://www.anthesisgroup.com/nl/insights/eudr-compliance/ Mon, 27 Oct 2025 11:16:44 +0000 https://www.anthesisgroup.com/nl/?p=57745

EUDR-compliance: is jouw organisatie er klaar voor?

Zo bereid je je stap voor stap voor op de EU Deforestation Regulation

Victor Fabrega

Victor Fàbrega

Manager

Spain

Betsy Hickman

Betsy Hickman

Global Lead for Nature

North America

Tim Mollenhauer 1 removebg preview

Tim Mollenhauer

Senior Consultant

Germany

De EU Deforestation Regulation (EUDR) is meer dan een extra verplichting. Het is een belangrijke stap voor bedrijven die hun duurzaamheidsambities écht willen omzetten in concreet en toekomstbestendig beleid.

Hoewel de Europese Commissie onlangs de planning en overgangsregelingen heeft aangepast, verandert dat weinig aan de kern van de uitdaging. De EUDR vraagt om een doordachte aanpak en duidelijke keuzes.

Voor duurzaamheidsverantwoordelijken is dit hét moment om niet alleen de details van de wet te begrijpen, maar ook het gesprek te voeren met directie en bestuur. De EUDR heeft namelijk directe gevolgen voor juridische risico’s, toegang tot markten en de manier waarop je als bedrijf omgaat met natuurgerelateerde risico’s in de hele keten.

Eén ding is duidelijk: elk bedrijf dat producten of grondstoffen op de Europese markt brengt, moet straks kunnen aantonen dat deze volledig ontbossingsvrij en legaal geproduceerd zijn. En de tijd om je daarop voor te bereiden wordt steeds korter.

Het opzetten van de juiste systemen en samenwerkingen met leveranciers kost tijd – en vraagt om sterk leiderschap en een heldere koers.

Leiderschap dat nieuwe regelgeving weet te vertalen naar strategische kansen: met oog voor risico’s, maar vooral voor de mogelijkheid om voorop te lopen met een toekomstbestendige, ontbossingsvrije keten.

Hieronder vind je een overzicht van wie in actie moet komen, wat er precies moet gebeuren en wanneer – zodat je gericht stappen kunt zetten richting een solide en toekomstgerichte EUDR-aanpak.

Waarom de EUDR nú aandacht verdient

De EUDR markeert een grote verandering in Europese wetgeving. De regel schrijft voor dat een breed scala aan grondstoffen en producten die op de EU-markt worden gebracht – waaronder materialen die jouw organisatie mogelijk inkoopt, verkoopt of produceert – aantoonbaar ontbossingsvrij en legaal geproduceerd moeten zijn. Dat betekent: niet afkomstig van land dat na 31 december 2020 is ontbost, en geproduceerd volgens de wetgeving van het land van herkomst.

Waarom dit ertoe doet:

  • Juridische risico’s – Niet voldoen aan de regels kan leiden tot weigering van toegang tot de EU-markt, hoge boetes en reputatieschade.
  • Risico’s in de keten – Veel landbouw- en bosgerelateerde grondstoffen maken deel uit van complexe, wereldwijde ketens. Als je werkt met producten als rundvlees, cacao, koffie, soja, palmolie, rubber of hout (of afgeleide producten), moet je jezelf afvragen: kan mijn product worden herleid tot ontbost gebied of illegale productie?
  • Strategische kansen – Bedrijven die nu in actie komen, kunnen zich onderscheiden met duurzame inkoop, sterke traceerbaarheid en een veerkrachtige keten. Wachten is geen optie.

De nieuwste updates vanuit Brussel

De Europese Commissie heeft onlangs een voorstel gedaan om de EU Deforestation Regulation (EUDR) op enkele punten aan te passen. Het doel daarvan is om de invoering soepeler te laten verlopen en de administratieve lasten te verlichten – maar zonder de richting of de kern van de wet te veranderen.

Belangrijk is dat de voorgestelde vertraging alleen geldt voor kleine en micro-ondernemingen, niet voor grotere bedrijven. Volgens de aangepaste planning geldt het volgende:

Voor primaire marktpartijen (middelgrote en grote bedrijven):

  • Zij blijven verplicht om een zorgvuldigheidsverklaring in te dienen wanneer ze producten op de EU-markt brengen.
  • De wet treedt in werking op 30 december 2025, met een overgangsperiode van zes maanden zonder controles of sancties, zodat bedrijven geleidelijk kunnen overschakelen.

Voor kleine en micro-ondernemingen uit landen met een laag risico:

  • Zij hoeven slechts één vereenvoudigde verklaring in te dienen via het EUDR IT-systeem.
  • De invoering is uitgesteld tot 30 december 2026 (in plaats van de oorspronkelijk geplande 30 juni 2026).

Voor handelaren of andere partijen verder in de keten (ongeacht de grootte):

  • Zij hoeven zelf geen zorgvuldigheidsverklaringen meer in te dienen.
  • Ze moeten enkel de verklaringcode van hun leverancier verzamelen en doorgeven aan hun klant.

Met deze aanpassingen wil de Europese Commissie het proces vereenvoudigen, zonder het doel uit het oog te verliezen: ontbossing tegengaan bij producten die op de Europese markt terechtkomen.

Het voorstel moet nog worden goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad van de EU voordat het in werking treedt. De verwachting is dat de bespreking en goedkeuring nog voor het einde van het jaar plaatsvinden.

Bouw nu aan je EUDR-aanpak 

Veel bedrijven zijn geneigd te wachten tot alle onderdelen – zoals de landenclassificatie, sectorspecifieke richtlijnen en het IT-register – volledig duidelijk zijn.

Maar dat is een valkuil:

  • De kernverplichtingen van de EUDR zijn al van kracht; alleen de toepassingsdatum is uitgesteld. Dat betekent dat je nu al moet beginnen met het betrekken van leveranciers, uitvoeren van audits en opzetten van traceerbare ketens.
  • In de praktijk zijn toeleveringsketens complex. Het verzamelen van locatiegegevens, het verifiëren van landgebruik en het koppelen van productstromen kost tijd – vaak maanden, soms zelfs jaren.
  • Bedrijven die nu in actie komen, bouwen aan een veerkrachtige keten, voorkomen last-minute stress en zetten de toon voor toekomstbestendige inkoop.

Acht praktische stappen om je voor te bereiden op de EUDR

Deze wetgeving verandert fundamenteel hoe wereldwijde toeleveringsketens functioneren. Als leider heb je een keuze: afwachten en op het laatste moment proberen te voldoen, of nu al de regie nemen, je keten toekomstbestendig maken en daarmee een voorsprong opbouwen.

  • Neem het voortouw. Maak naleving van de ontbossingsvrije verplichtingen een strategische prioriteit – geen los duurzaamheidsproject, maar onderdeel van de kern van je bedrijfsvoering. Wijs een directielid aan als sponsor en zorg dat verantwoordelijkheid wordt ingebed bij inkoop, juridische zaken en ESG-teams.
  • Ga aan de slag. De deadlines naderen snel: 30 december 2025 voor middelgrote en grote bedrijven, 30 juni 2026 voor micro- en kleine ondernemingen. Zorg direct voor interne afstemming en een duidelijk plan voor middelen en capaciteit.
  • Breng traceerbaarheid in kaart. Bouw een actuele database met de geografische herkomst van alle relevante grondstoffen en producten – inclusief coördinaten en leveranciersinformatie – zodat je voldoet aan de due diligence-verplichtingen.
  • Beoordeel en prioriteer risico’s op ontbossing. Voer risicoanalyses uit per gebied en keten om hoogrisicobronnen te identificeren. Gebruik betrouwbare databronnen en geospatiale tools om leveranciers te monitoren en te begeleiden.
  • Versterk samenwerking met leveranciers. Werk direct samen met leveranciers – vooral kleine producenten en partijen in hoogrisicogebieden – om de kwaliteit, betrouwbaarheid en beschikbaarheid van traceerbaarheids- en legaliteitsdata te verbeteren.
  • Evalueer en verbeter due diligence-systemen. Zorg dat systemen flexibel zijn voor veranderende EUDR-eisen, onderscheid maken naar landenrisico en naadloos aansluiten op IT-rapportage en auditprocessen.
  • Integreer in je kernstrategie. Verwerk traceerbaarheid, risicobeheer en leveranciersbetrokkenheid in duurzaamheids-, ESG- en verantwoord-inkoopstrategieën. Koppel voortgang aan KPI’s van het management.
  • Gebruik de overgangstijd slim. De voorgestelde overgangsperiodes van de EU bieden ruimte om systemen te testen, datalekken te dichten en leveranciers gereed te maken. Gebruik deze tijd om vooruit te werken, niet om uit te stellen.

Het vertalen van de EUDR naar concrete actie hoef je niet alleen te doen. De experts van Anthesis staan klaar om je te begeleiden – van het in kaart brengen van risico’s en het opzetten van traceerbare ketens tot het versterken van samenwerking met leveranciers en het integreren van ontbossingsrisicobeheer in je bedrijfsstrategie.

Of je organisatie nu aan het begin staat of al werkt aan volledige traceerbaarheid: Anthesis helpt je om met vertrouwen de volgende stappen te zetten. Als erkende partner van de Accountability Framework Initiative brengt Anthesis internationale best practices, technische expertise en sectorspecifieke ondersteuning samen – afgestemd op de uitdagingen en prioriteiten van jouw organisatie.

Contact

Onze natuurexperts helpen bedrijven wereldwijd om nieuwe wetgeving om te zetten in concrete stappen – en duurzaamheidsambities te vertalen naar echte vooruitgang. We denken graag met je mee over hoe jouw organisatie kan toewerken naar een ontbossingsvrije keten en naleving kan gebruiken als kans om duurzaam het verschil te maken.

Bezig met laden…
]]>
Nieuwe Science Based Targets-richtlijnen voor financiële instellingen https://www.anthesisgroup.com/nl/insights/science-based-targets-finz/ Thu, 02 Oct 2025 13:05:20 +0000 https://www.anthesisgroup.com/nl/?p=57681

Nieuwe Science Based Targets-richtlijnen voor financiële instellingen

Wat je moet weten over de vernieuwde Financial Institutions Net Zero (FINZ) richtlijnen van SBTi

nature landscape field flowers ecosystem scaled 1

In juli 2025 publiceerde het Science Based Targets initiative (SBTi) de vernieuwde Financial Institutions Net Zero (FINZ)-richtlijnen. Dit is een belangrijke stap voor de financiële sector, juist nu de eerste gebruikers van de eerdere richtlijnen hun vijfjaarlijkse doelstellingen gaan herzien. De nieuwe richtlijnen sluiten beter aan bij andere kaders, zoals het Net Zero Investment Framework (NZIF).

In dit artikel lees je hoe en wanneer je de vernieuwde richtlijnen kunt gebruiken. We zetten de belangrijkste punten over klimaatambitie en rapportage op een rij en leggen uit wat dit betekent voor financiële instellingen.

Hoe en wanneer gebruik je de nieuwe richtlijnen?

Financiële instellingen wordt aangeraden de vernieuwde richtlijnen zo snel mogelijk toe te passen. Tegelijkertijd is er een overgangsperiode ingesteld. Tot december 2026 kun je zowel de oude FI Near Term (FINT) als de nieuwe FINZ-richtlijnen gebruiken om doelen vast te leggen.

WieWat moet je doen? Tijdlijn
Financiële instellingenStel kortetermijndoelen vast met FINT, of lange termijn doelen met FINZ.Beide versies zijn geldig tot minimaal december 2026.
Financiële instellingen met net-zero verplichtingenStel zowel korte als lange termijn doelen vast met FINZ.Binnen 24 maanden na publicatie van FINZ.
Financiële instellingen met bestaande kortetermijndoelenBestaande kortetermijndoelen blijven geldig. Je kunt ze opnieuw laten valideren met FINT, of zowel korte als lange termijn doelen vastleggen met FINZ.Beide versies zijn geldig tot minimaal december 2026.

Herdefiniëren van klimaatambitie

De eisen voor klimaatambitie zijn aangescherpt, vooral voor sectoren zoals fossiele brandstoffen, transport, industrie, energie en vastgoed. Een belangrijk nieuw onderdeel is portfolio-segmentatie. Vier segmenten bepalen hoe doelen worden opgesteld en wat er wordt verwacht op het gebied van klimaatambitie:

  • Segment A: Fossiele brandstoffen (kolen, olie, gas)
  • Segment B: Transport (luchtvaart, scheepvaart, wegverkeer), industrie (staal, cement), energie (elektriciteitsopwekking), vastgoed (woningen en commerciële gebouwen), bos, land en landbouw (FLAG)
  • Segment C: Overige sectoren
  • Segment D: Activiteiten in emissie-intensieve sectoren en andere sectoren, zoals private equity, durfkapitaal en private schulden in niet-fossiele sectoren met minder dan 25% eigendom of zonder bestuurszetel, en fondsen van fondsen

De richtlijnen bevatten ook duidelijke criteria voor hoe financiële instellingen verschillende soorten activa moeten behandelen op weg naar net zero:

  • In transitie: bedrijven die omschakelen naar een lagere CO₂-uitstoot
  • Klimaatoplossingen: activa die direct bijdragen aan CO₂-reductie, zoals hernieuwbare energie
  • Net Zero: activa die al volledig klimaatneutraal zijn

Voor ‘in transitie’-activa is er nu een Implementatielijst met goedgekeurde benchmarks en methodologieën die gebruikt kunnen worden om portefeuilles te toetsen aan klimaatdoelen. Voorheen waren de opties beperkt tot de ITR-methodologie of SBTi-gevalideerde doelen.

Financiële instellingen hoeven niet meer te laten zien dat hun portefeuille daadwerkelijk vooruitgang boekt richting de gestelde doelen. Ze moeten wel jaarlijks de voortgang rapporteren en de doelen aan het einde van elke korte termijn-cyclus (vijf jaar) vernieuwen.

De eisen voor klimaatambitie hangen ook af van de locatie van de activa. Voor holdings in ontwikkelingslanden gelden ruimere termijnen, rekening houdend met regionale verschillen in de snelheid van de transitie.

Daarnaast vraagt SBTi financiële instellingen strategische toezeggingen te doen, zoals:

  • Het monitoren en afbouwen van ontbossing en landconversie in de portefeuille
  • Uiterlijk in 2030 een analyse van ontbossing uitvoeren en publiceren
  • Het stopzetten van nieuwe financiering van fossiele brandstoffen en het afbouwen van bestaande fossiele activa volgens afgesproken tijdpad: uiterlijk 2030 in OESO-landen en 2040 in de rest van de wereld

Tot slot mag het gebruik van CO₂-credits niet worden ingezet om korte- of lange termijn doelen te behalen. Alleen resterende emissies op het moment dat een instelling net zero bereikt mogen worden geneutraliseerd.

Hogere verwachtingen voor klimaatrapportage

Naast ambitie stelt SBTi ook hogere eisen aan rapportage en transparantie. Instellingen moeten rapporteren over:

  • Scope 1 – en 2-gefinancierde emissies voor segmenten A, B en C.
  • Scope 3-gefinancierde emissies voor auto-industrie, kolen, olie & gas en vastgoed; vanaf 2030 voor alle activa.
  • Blootstelling aan fossiele brandstof-gerelateerde activiteiten en de bijbehorende broeikasgasimpact. Dit omvat ook het rapporteren van de verhouding tussen financiering van fossiele brandstoffen en hernieuwbare energie.

Aandacht voor private equity

Private-equitybedrijven benadrukten tijdens de consultatie dat de 24-maanden overgangsperiode na een investering behouden moet blijven. Zo krijgen bedrijven in de portefeuille de tijd om doelen op te nemen. Voor segment D gelden de minst strenge eisen.

Activiteiten in segment D worden alleen meegenomen in de kortetermijndoelen als de dekking van segmenten A-C minder dan 67% bedraagt. De opname van segment D in de doelen wordt gefaseerd vanaf 2040.

Wat dit betekent voor financiële instellingen

De nieuwe FINZ-richtlijnen zijn momenteel in een overgangsperiode, die loopt tot december 2026. Hulpmiddelen voor het opstellen van doelen zijn nog niet beschikbaar, maar de overgangsperiode geeft instellingen voldoende tijd om belangrijke onderdelen voor te bereiden, zoals het berekenen van broeikasgasemissies in de portefeuille.

De richtlijnen bieden meer flexibiliteit bij het bepalen van klimaatdoelen. Dit maakt de implementatie eenvoudiger, maar kan ook leiden tot kleine verschillen in ambitie, omdat niet altijd duidelijk is hoe ambitieus een doel precies is.

De eerste FINZ-gevalideerde doelen worden de komende maanden gepubliceerd. Anthesis ondersteunt klanten nu al bij het toepassen van de richtlijnen en het begrijpen van de impact op hun organisatie. Het vaststellen van SBTs helpt bedrijven koers te houden en draagt bij aan duurzame groei. Bij Anthesis zien we het stellen van Science Based Targets niet als een vinkje op een lijst, maar als een manier om groei en klimaatambitie te combineren.

Ons team van experts heeft een enorme drive om het klimaatprobleem aan te pakken. Samen gaan we voor een positieve verandering. Steeds meer organisaties kiezen ervoor om met ons de weg naar Net Zero te bewandelen, ongeacht waar ze zijn op hun reis. Doe je ook mee?

]]>
De kracht van een Life Cycle Assessment: van greenwashing naar groene zekerheid https://www.anthesisgroup.com/nl/insights/life-cycle-assessment/ Thu, 24 Jul 2025 12:16:09 +0000 https://www.anthesisgroup.com/nl/?p=57609

De kracht van een Life Cycle Assessment: van greenwashing naar groene zekerheid

pexels sarah chai 7263019 1 scaled 1

In de wereld van duurzaamheid zijn stevige groene claims maken riskant als ze niet goed onderbouwd zijn. Een voorbeeld: een bekend bedrijf lanceerde onlangs een duurzaam product en maakte hier grote milieuvriendelijke beloften over, zonder een degelijke Life Cycle Assessment (LCA) te laten uitvoeren. In plaats van een toezichthouder was het juist een concurrent die deze claims aan de kaak stelde — omdat die concurrent wél had geïnvesteerd in een grondige LCA en zijn groene uitspraken kon onderbouwen. Via blogs, social media en gedeelde klantenkring legde hij de onterechte claims bloot. Dit dwong het bedrijf om de claims in te trekken en Anthesis Group in te schakelen om alsnog een goede LCA uit te voeren.

Dit voorbeeld illustreert ook een groeiende trend: green hushing. Steeds meer bedrijven kiezen ervoor om hun duurzaamheidsresultaten níet te delen, uit angst voor kritiek en strenge controles. Ze vrezen dat zelfs kleine fouten hen zwaar kunnen worden aangerekend, waardoor ze liever zwijgen dan risico’s nemen. Zo verdwijnen waardevolle verhalen over echte vooruitgang vaak van het toneel.

Maar dit verhaal laat ook zien dat er een beter alternatief is dan zwijgen: Green Guarding. Daarmee bedoelen we een actieve aanpak waarbij je groene claims zorgvuldig onderbouwt met betrouwbare methoden zoals een LCA. Zo vertel je een eerlijk en overtuigend verhaal, en kun je anderen aansporen dezelfde hoge standaard na te streven.

De verschuiving van greenwashing naar Green Guarding

Voordat er strenge regels kwamen voor duurzaamheidsclaims, maakten veel bedrijven ongefundeerde uitspraken over hoe klimaatvriendelijk hun producten waren. Zulke claims waren makkelijk te doen, goedkoop en vaak inhoudsloos. De markt raakte overspoeld met vage, misleidende of zelfs ronduit onjuiste beweringen — ook wel bekend als greenwashing. Dit ondermijnde het vertrouwen van consumenten en maakte het lastiger om échte duurzame inspanningen zichtbaar te maken.

Maar in een markt waarin strengere regels gelden, ziet het speelveld er heel anders uit. Er worden misschien minder claims gedaan, maar de kwaliteit ervan is flink toegenomen. Bedrijven moeten hun uitspraken nu onderbouwen met hard bewijs, vaak in de vorm van een gedegen Life Cycle Assessment (LCA). Deze verschuiving zorgt niet alleen voor geloofwaardigere claims, maar stimuleert ook een cultuur van openheid en verantwoordelijkheid.

Life Cycle Assessment

De rol van Life Cycle Assessment bij het maken van duurzame claims

Een Life Cycle Assessment (LCA) is een krachtig hulpmiddel waarmee je de milieueffecten van een product in kaart brengt over de hele levenscyclus: van het winnen van grondstoffen en productie, tot gebruik en uiteindelijke verwerking of afval. Door alle stappen te analyseren, krijg je een compleet beeld van de milieu-impact van een product. De internationale normen voor een goede LCA zijn vastgelegd in ISO 14040/44, meer informatie hierover vind je hier.

Voor bedrijven biedt het inzetten van een LCA meerdere voordelen:

  1. Geloofwaardigheid en vertrouwen: Als je duurzame claims kunt onderbouwen met een LCA, vergroot dat het vertrouwen van klanten en versterkt het je merkreputatie. Mensen kiezen eerder voor merken die op een transparante en onderbouwde manier communiceren over hun impact op het milieu.
  2. Concurrentievoordeel: Bedrijven die een LCA uitvoeren en hun claims goed kunnen onderbouwen, onderscheiden zich van de rest. Je kunt met vertrouwen reageren op ongefundeerde claims van concurrenten en je positioneren als koploper op het gebied van duurzaamheid — als een echte Green Guardian.
  3. Voldoen aan wetgeving: Nu de regels rondom groene claims steeds strenger worden, helpt een degelijke LCA je om aan de wet te voldoen en juridische risico’s te vermijden.
  4. Duurzame innovatie: Een LCA laat zien waar in de levenscyclus van je product verbeteringen mogelijk zijn. Dit geeft richting aan productontwikkeling, helpt onbedoelde neveneffecten te voorkomen en ondersteunt je bij het behalen van duurzaamheidsdoelen, zoals net zero.

Echte duurzaamheid verdient erkenning

Toezichthouders zorgen voor duidelijke regels rond groene claims, maar het zijn de bedrijven die kiezen voor Green Guarding die écht het verschil maken. Zij verdedigen niet alleen hun eigen duurzaamheidsinspanningen, maar tillen ook de standaard in de sector omhoog. Zo dragen ze bij aan een manier van werken die écht impact maakt en gebaseerd is op verantwoordelijkheid.

Laten we dus de bedrijven waarderen die échte klimaatzorg boven mooie praatjes stellen. Door te investeren in grondige Life Cycle Assessments (LCA’s) en de rol van Green Guardian te omarmen, bouwen zij mee aan een duurzamere en betrouwbaardere markt. Dat is niet alleen goed voor hun eigen organisatie, maar ook voor de wereldwijde duurzaamheidsdoelen.

Het LCA-team van Anthesis helpt je graag bij het maken van goed onderbouwde groene claims en het zetten van de volgende stap richting echte duurzame impact.
Lees hier meer of neem contact met ons op:

Ons team van experts heeft een enorme drive om het klimaatprobleem aan te pakken. Samen gaan we voor een positieve verandering. Steeds meer organisaties kiezen ervoor om met ons de weg naar Net Zero te bewandelen, ongeacht waar ze zijn op hun reis. Doe je ook mee?

]]>
Het EU Omnibuspakket over duurzaamheidrapportage https://www.anthesisgroup.com/nl/insights/het-eu-omnibuspakket/ Wed, 23 Jul 2025 12:33:50 +0000 https://www.anthesisgroup.com/nl/?p=57592

Het EU Omnibuspakket over duurzaamheidrapportage

Wat het voor jouw organisatie betekent en hoe je kunt reageren

omnibus package hero

In februari 2025 kondigde de Europese Commissie een nieuw pakket voorstellen aan om duurzaamheidsrapportage te vereenvoudigen: de EU Omnibusrichtlijn. Hoewel sommige onderdelen nog goedgekeurd moeten worden, zorgt de aankondiging nu al voor onzekerheid bij organisaties die te maken hebben met belangrijke wetgeving zoals de CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive), CSDDD (Corporate Sustainability Due Diligence Directive) en de EU-taxonomie.

In dit artikel lees je wat we op dit moment weten, wat er nog aankomt en hoe jij je organisatie hierop kunt voorbereiden.

Wat we nu weten: het EU Omnibuspakket voor vereenvoudiging van duurzaamheidsregels

In november 2024 liet de Europese Commissie weten dat ze de rapportagedruk voor bedrijven wil verminderen door duurzaamheidswetgeving beter op elkaar af te stemmen en te vereenvoudigen. Op 26 februari 2025 werd het eerste ‘Omnibuspakket’ gepubliceerd, met voorstellen voor wijzigingen in de volgende regelgeving:

  • CSRD (Corporate Sustainability Reporting Directive)
    Deze richtlijn verplicht bedrijven om te rapporteren over hun Environmental, Social en Governance (ESG) impact. Het doel is om transparantie en verantwoording te vergroten.
  • CSDDD (Corporate Sustainability Due Diligence Directive)
    Deze richtlijn verplicht bedrijven om risico’s voor mensenrechten en het milieu in hun eigen activiteiten en waardeketen te identificeren, voorkomen en beperken.
  • EU-taxonomie
    Dit is een classificatiesysteem dat bepaalt welke economische activiteiten als milieuvriendelijk worden gezien. Het helpt bedrijven en investeerders bij het maken van duurzame keuzes.
  • CBAM (Carbon Border Adjustment Mechanism)
    Deze wet legt een CO₂-prijs op aan bepaalde geïmporteerde producten in de EU. Zo wil men oneerlijke concurrentie voorkomen en wereldwijde emissiereductie stimuleren.

Wat is er sindsdien gebeurd?

  • 3 april 2025: Het Europees Parlement stemde over het zogenoemde Omnibus stop-the-clock-voorstel. Hierbij werden enkele voorgestelde wijzigingen in rapportagedeadlines goedgekeurd, wat op 17 april leidde tot een officiële wijziging van de CSRD. De wijzigingen zijn onder andere:
    • CSRD:
      Bedrijven die vallen onder de tweede en derde rapportagegolf en nog niet eerder hebben gerapporteerd, krijgen twee jaar uitstel. Zij hoeven hun eerste duurzaamheidsrapport nu pas in respectievelijk 2028 en 2029 te publiceren. Voor beursgenoteerde bedrijven die al rapporteren onder de CSRD verandert er niets.
    • CSDDD:
      Lidstaten krijgen een jaar extra, tot juli 2027, om de richtlijn om te zetten in nationale wetgeving. Grote bedrijven en niet-EU-bedrijven die binnen bepaalde drempelwaarden actief zijn in de EU, moeten uiterlijk in juli 2028 voldoen aan de regels.
  • 23 juni 2025: De EU-Raad stelde wijzigingen in de bewoording voor om de eisen rondom duurzaamheidsrapportage en due diligence te vereenvoudigen en te verduidelijken. Het gaat onder meer om de drempelwaarden voor bedrijfsgrootte, de reikwijdte van de rapportage onder CSRD en de due diligence-verplichtingen onder CSDDD.
  • Begin juni 2025: De Juridische Commissie (JURI) van het Europees Parlement publiceerde een conceptverslag. Europarlementariërs en politieke groepen kregen tot 27 juni 2025 de tijd om wijzigingsvoorstellen in te dienen. Een plenaire stemming wordt in oktober verwacht. Daarna starten de onderhandelingen tussen het Parlement, de Raad en de Commissie om tot een gezamenlijk standpunt te komen.
  • 4 juli 2025: De Europese Commissie kondigde aanvullende maatregelen aan om de EU-taxonomie te vereenvoudigen, in lijn met het Omnibuspakket.
  • Juli/november 2025
    De European Financial Reporting Advisory Group (EFRAG) werkt aan een tweede ontwerpversie van de herziene European Sustainability Reporting Standards (ESRS). Deze wordt in juli verwacht. De definitieve technische richtlijnen worden uiterlijk eind november 2025 aan de Europese Commissie voorgelegd.

Op 21 mei 2025 bracht de Europese Commissie daarnaast het gerelateerde ‘Omnibus IV’-pakket uit. Dit bevat wijzigingen op de EU-batterijenverordening. Net als bij het oorspronkelijke Omnibuspakket is er een vertraging van twee jaar doorgevoerd in de handhaving van de due diligence-verplichtingen voor batterijen. Deze uitstelmaatregel is inmiddels goedgekeurd.

Dit is wat we tot nu toe weten naar aanleiding van deze updates.

Derk de Haan

Derk de Haan

Senior Consultant

Wat staat nog in de voorstel-fase?

Het bredere pakket, dat nog goedkeuring van de wetgever nodig heeft, bevat de volgende extra belangrijke wijzigingen:

CSRD Voorstel Europese Commissie (25 februari 2025): Standpunt EU-Raad (23 juni 2025): Voorstel Europees Parlement – JURI (6 juni 2025):
Tijdslijn Uitstel van 2 jaar voor wave 2 (grote niet-EU en EU-dochterondernemingen) en wave 3 (beursgenoteerde kmo’s), waardoor zij hun eerste rapport pas in 2028 hoeven te publiceren. Gaat akkoord met het voorgestelde uitstel. Gaat akkoord met het voorgestelde uitstel.
Scope – drempelwaarden voor verplichte rapportage Verhoogt de drempels, zodat alleen bedrijven met meer dan 1.000 medewerkers én óf meer dan €50 miljoen omzet óf €25 miljoen balanstotaal verplicht hoeven te rapporteren. Sluit aan bij het voorstel, maar verhoogt de omzetdrempel naar minimaal €450 miljoen. Veel strenger: past de drempels aan in lijn met de CSDDD en de EU-taxonomie. Alleen bedrijven met meer dan €450 miljoen netto-omzet én meer dan 3.000 medewerkers wereldwijd vallen eronder.

Daarnaast wordt de omzetdrempel voor EU-vestigingen verhoogd van €40 miljoen naar €450 miljoen.
Belangrijkste vereisten

Assurance (controle):

  • De verplichte diepgaande controle (reasonable assurance) wordt geschrapt. Alleen een beperkte controle (limited assurance) blijft verplicht.

Dubbele materialiteit:

  • Blijft een belangrijk onderdeel van de CSRD. Je moet rapporteren over zowel de impact van je bedrijf op mens en milieu, als over hoe duurzaamheid jouw organisatie beïnvloedt.

Waardedata in de keten (value chain data):

  • Informatievragen aan kleinere bedrijven worden beperkt.

Kmo’s (SMEs):

  • Voor bedrijven die buiten de reikwijdte van de CSRD vallen, komt er een vrijwillige rapportagestandaard: de Voluntary SME Standard (VSME).
Waardedata in de keten (value chain data):

  • Er komen enkele uitzonderingen voor dochterondernemingen, en kmo’s krijgen meer flexibiliteit om informatieverzoeken te weigeren.
Waardedata in de keten (value chain data):

  • Er komen uitgebreidere beperkingen op wat bedrijven moeten rapporteren.

  • Bedrijven moeten uitleggen wanneer bepaalde gegevens niet beschikbaar zijn én hoe ze die in de toekomst wel gaan verzamelen.

  • Voor kleinere bedrijven geldt dat zij alleen informatie hoeven aan te leveren die redelijkerwijs beschikbaar is.

  • De term value chain wordt vervangen door chain of activities, zoals gebruikt in de CSDDD, om de terminologie in EU-wetgeving gelijk te trekken.

Overige bepalingen:

  • Moederbedrijven die alleen fungeren als financiële holdings en geen actieve managementrol hebben, worden vrijgesteld van rapportage — zolang een aangewezen EU-dochteronderneming namens hen rapporteert.

  • Lidstaten mogen geen strengere due diligence-verplichtingen opleggen dan op EU-niveau is afgesproken.

  • Bedrijfsgeheimen en bepaalde gevoelige informatie blijven in de meeste gevallen vrijgesteld van openbaarmaking.

Naast de hierboven genoemde onderhandelingen is EFRAG bezig met een herziening van de inhoud van de ESRS. De definitieve technische richtlijnen worden verwacht in november 2025.

CSDDD Voorstel Europese Commissie (25 februari 2025): Standpunt EU-Raad (23 juni 2025): Voorstel Europees Parlement – JURI (6 juni 2025):
Tijdslijn
  • Grote bedrijven krijgen een uitstel van 1 jaar, tot 2028.

  • Lidstaten krijgen een verlenging van 1 jaar om de regels in hun nationale wetgeving om te zetten, tot 26 juli 2027.

  • Voor alle bedrijven geldt een uitstel tot juli 2029.

  • De deadline voor lidstaten om de regels om te zetten wordt verschoven naar juli 2028.

  • De publicatie van aanvullende richtlijnen door de Europese Commissie wordt met 1 jaar uitgesteld, tot 26 juli 2027.

  • Gaat akkoord met het uitstel van de Commissie.
Scope – drempelwaarden voor verplichte rapportage Geen verandering

Verhoogt de drempels naar meer dan 5.000 medewerkers en meer dan €1,5 miljard netto-omzet voor EU-bedrijven, en €1,5 miljard omzet op de EU-markt voor niet-EU bedrijven.

Verhoogt, in lijn met de CSRD en EU Taxonomie, naar meer dan €450 miljoen netto-omzet en meer dan 3.000 werknemers wereldwijd.
Belangrijkste vereisten Beoordelingen:

  • Beperkt diepgaande beoordelingen van impact in Tier 2+ toeleveringsketens, tenzij er aannemelijke aanwijzingen zijn dat er effecten zijn of kunnen ontstaan.

  • Vermindert de frequentie van periodieke beoordelingen en monitoring van jaarlijks naar eens in de vijf jaar, met tussentijdse beoordelingen indien nodig.

Klimaattransitieplannen (CTP’s):

  • Schrapt de verplichting om CTP’s daadwerkelijk uit te voeren, maar houdt de verplichting om CTP’s te ontwikkelen en acties die zijn uitgevoerd of gepland op te nemen.

Waardedata in de keten:

  • Beperkt de hoeveelheid data die bedrijven mogen opvragen bij kleinere bedrijven in hun waardeketen.

Beoordelingen:

  • Beperkt diepgaande beoordelingen tot de meest waarschijnlijke en ernstige effecten, gebaseerd op de eerste afbakening of als een bedrijf buiten tier 1 redelijkerwijs van deze effecten op de hoogte kan zijn.

  • Vereenvoudigt de eisen van een uitgebreide mapping naar een algemene afbakening, gebaseerd op redelijk beschikbare informatie.

  • Maakt duidelijk dat betrokkenheid van stakeholders proportioneel is en alleen vereist voor bepaalde delen van het due diligence-proces.

Klimaattransitieplannen (CTP’s):

  • Beperkt en stelt de verplichting om CTP’s uit te voeren nogmaals uit met 2 jaar, in lijn met de CSRD, tot een overzicht van uitgevoerde en geplande acties.

Waardedata in de keten:

  • Bevestigt de focus op Tier 1-leveranciers (eigen activiteiten, dochterondernemingen en directe zakenpartners).

  • Beperkt verdere dataverzoeken van kleinere bedrijven tot alleen noodzakelijke informatie die op geen andere manier verkregen kan worden.

  • Maakt duidelijk dat het opschorten van een zakelijke relatie een laatste redmiddel is, waarbij eerst met de leverancier naar een oplossing wordt gezocht.

Beoordelingen:

  • Vermindert due diligence door de focus te leggen op de meest waarschijnlijke en ernstigste negatieve effecten.

  • Beperkt de verplichtingen tot herstelmaatregelen en beperkt het recht om contractueel relaties te beëindigen.

Klimaattransitieplannen (CTP’s):

  • Schrapt de verplichtingen en beperkt zich tot rapportage over bestaande transitieplannen, indien bedrijven die hebben.

Waardedata in de keten:

  • Handhaaft een strikte beperking tot Tier-1 leveranciers.

EU Taxonomy Voorstel Europese Commissie (25 februari 2025): Standpunt EU-Raad (23 juni 2025): Voorstel Europees Parlement – JURI (6 juni 2025):
Scope – drempelwaarden voor verplichte rapportage Versoepeling van regels voor bedrijven met meer dan 1.000 werknemers en een omzet onder de 450 miljoen euro, door het rapporteren van de Taxonomy vrijwillig te maken en de mogelijkheid te bieden om gedeeltelijke Taxonomy-afstemming te rapporteren. Niet genoemd Wordt verhoogd in lijn met de CSRD en CSDDD naar >€450 miljoen netto-omzet en >3.000 werknemers wereldwijd.

Op 4 juli kondigde de Europese Commissie een reeks maatregelen aan om de EU Taxonomy te vereenvoudigen, in lijn met het Omnibus-pakket. Hoewel de regels nog worden beoordeeld door het Parlement en de Raad, gaan de aangepaste regels naar verwachting in 2026 van start en hebben ze betrekking op het boekjaar 2025.

Wat drijft dit initiatief?

Dit pakket is de reactie van de EU op zorgen over de complexiteit van duurzaamheidsrapportage en de wens om concurrerend te blijven binnen de wereldwijde economie. Sommige partijen vinden dat de EU-regels een oneerlijk speelveld creëren ten opzichte van markten zoals de VS en China, doordat ze een extra administratieve last voor bedrijven betekenen. Tegenstanders van ESG, waaronder sommige olie- en gasbedrijven en CO₂-intensieve sectoren, stellen dat de strenge regelgeving de EU benadeelt.

Hoewel er zeker ruimte is om de regels eenvoudiger te maken, kunnen deze, mits goed uitgevoerd, juist de concurrentiekracht versterken door meer transparantie te bieden en schonere, milieuvriendelijkere producten en diensten te stimuleren. De kern van ESG-regelgeving, zoals de CSRD en CSDDD, is logisch vanuit zakelijk oogpunt. De EU loopt traditioneel voorop op ESG-gebied, en dat moet een concurrentievoordeel zijn dat ze willen behouden.Overheden, grote bedrijven en toezichthouders steunen de bestaande regelgeving en maken zich zorgen over de onzekerheid die het huidige herzieningsproces met zich meebrengt. In juli 2025 ondertekenden bijna 200 partijen, waaronder meer dan 150 bedrijven en investeerders, een gezamenlijke verklaring waarin zij EU-beleidsmakers oproepen om de kern van het duurzaamheidskader te behouden. Dit omvat het handhaven van double materiality, het betrekken van bedrijven met 500+ medewerkers, transparantie in de waardeketen, risicogebaseerde due diligence en klimaattransitieplanning.

Tegenstand tegen duurzaamheidsregelgeving is niet nieuw. Een vergelijkbare weerstand bestond ook toen financiële rapportageverplichtingen werden ingevoerd. Tegenwoordig wordt transparante financiële verslaggeving gezien als fundamenteel voor het vertrouwen in de markt. Hetzelfde zal binnenkort gelden voor duurzaamheid. ESG-data-auditing lijkt nu nieuw, maar net als financiële auditing zal dit zich ontwikkelen tot een streng en gereguleerd standaardproces.

Hoe kan jouw bedrijf het beste reageren?

Ondanks de onzekerheid rondom de nieuwe regels is het belangrijk om door te gaan met duurzaamheid rapporteren en due diligence uitvoeren. De ESG-agenda wordt niet alleen door de overheid bepaald, maar ook door investeerders, consumenten en andere betrokkenen binnen en buiten je bedrijf. Die vraag naar transparantie en verantwoord ondernemen blijft dus gewoon bestaan.

De due diligence-eisen in de CSDDD en CSRD zijn gebaseerd op al langer bestaande vrijwillige standaarden, zoals de UN Guiding Principles on Business and Human Rights (UNGPs) en de OECD-richtlijnen voor verantwoord ondernemen. Het doel van deze regelgeving is om deze verwachtingen duidelijk en eerlijk vergelijkbaar te maken, niet om de agenda te bepalen.

Als je niet zeker weet wat je nu het beste kunt doen, praat dan met je contactpersoon bij Anthesis, je juridische adviseurs en je financiële auditors. De voorgestelde regels kunnen nog veranderen en moeten altijd afgestemd worden op jouw specifieke situatie.

Kort samengevat, om je te ondersteunen bij je rapportageplanning onder CSRD, adviseren wij het volgende:

Grote beursgenoteerde bedrijven in de EU – ga door zoals je gewend bent
Als je in boekjaar 2024 al rapporteerde volgens CSRD en daarvoor onder de Non-Financial Reporting Directive (NFRD), veranderen de drempels of termijnen niet. Hoewel de ESRS wordt vereenvoudigd, is de kans klein dat je deze veranderingen al in je volgende rapport kunt verwerken. Richt je vooral op het afstemmen op de bedoeling ervan door strategieën te ontwikkelen om je Impacten, Risico’s en Kansen (IRO’s) te managen. Zorg ervoor dat je duidelijk rapporteert hoe deze aansluiten bij de acties die je uitvoert, de gebruikte meetpunten en KPI’s, en je prestaties.

Meer weten over de voorgestelde wijzigingen in de ESRS? Klik hier.

Bedrijven die in boekjaar 2025 moeten rapporteren – stop je geplande acties niet
Heb je een uitstel van twee jaar gekregen? Gebruik deze tijd om je voor te bereiden. Begin, als je dat nog niet hebt gedaan, met je dubbel materiële analyse, waarbij je de conceptversies van de ESRS als leidraad gebruikt. Zo krijg je tijd om data te verzamelen, hiaten te dichten en een geïntegreerde duurzaamheidsstrategie te vormen vóór de deadline in boekjaar 2027.

Heb je je Dubbel Materiële Analyse al afgerond? Begin dan met het voorbereiden van een gap-analyse gericht op ten minste drie kern-ESRS: E1 (Klimaat), S1 (Eigen personeel) en G1 (Bedrijfsethiek). Uit analyse van rapporten van bedrijven uit golf 1 blijkt dat deze breed worden toegepast, wat ze een logische en veilige start maakt. Prioriteer verplichte kwantitatieve gegevens binnen deze ESRS om het tempo erin te houden zonder de rapportage te ingewikkeld te maken in een vroeg stadium.

Bekijk onze recente webinar voor meer informatie >

MKB – focus op je stakeholders
Ook als de eisen veranderen, heeft vroeg beginnen voordelen. Het uitvoeren van een Dubbel Materiële Analyse helpt je te voldoen aan de verwachtingen van investeerders, versterkt je reputatie, ondersteunt je relaties in de waardeketen en helpt risico’s beter te beheren en kosten te besparen vóór mogelijke nieuwe regels.

Om je te ondersteunen bij je due diligence-planning onder de CSDDD, adviseren wij het volgende:

Grote bedrijven – ga door met je bestaande due diligence-programma’s
Val je onder de CSDDD, volgens de oorspronkelijke of de nieuwe voorgestelde drempels? Dan is het belangrijk om je huidige due diligence-inspanningen voort te zetten. De richtlijn is redelijk en proportioneel, maar vraagt wel om goede prioritering. Besteed tijd en aandacht aan een goede afbakening of mapping om mogelijke en daadwerkelijke impacten binnen je eigen activiteiten en je keten van activiteiten in kaart te brengen. Zo ben je voorbereid om aan veel van de CSDDD-eisen te voldoen, of de focus nu ligt op Tier 1 of daar voorbij gaat.

MKB – bepaal je due diligence-focusgebieden
Je valt misschien niet direct onder de CSDDD, maar je maakt waarschijnlijk deel uit van de waardeketen van grotere bedrijven die dat wel doen. Je kunt daarom verzoeken krijgen om informatie over je due diligence-praktijken. Door je aanpak nu te standaardiseren, kun je efficiënter reageren en tegelijkertijd reputatie- en operationele risico’s beheersen.

Pas je aan, stop niet

De kernprincipes van de EU-regelgeving voor duurzaamheid, zoals Double Materiality en het prioriteren van impact, zijn best practices en verdwijnen niet. Deze kaders bieden strategische waarde, versterken de governance, ondersteunen risicomanagement en verbeteren de communicatie met stakeholders.

Gezien de wetgevende termijnen, moeten bedrijven niet wachten op definitieve besluiten voordat ze in actie komen. Blijf op koers, wees flexibel en blijf investeren in inspanningen die veerkracht en waarde op lange termijn creëren.

Voor de meeste bedrijven is er geen reden om hun ESG-inspanningen in twijfel te trekken of te verminderen als reactie op deze regelgevende veranderingen. Het zijn vooral investeerders, bedrijven en consumenten die de voortgang van ESG tot nu toe sterk hebben gestuurd; de rol van regelgeving is om een gestandaardiseerde methodiek en aanpak te bieden zodat vergelijkbaarheid mogelijk is.

Goed geïmplementeerde ESG-kaders bieden waarde die verder gaat dan alleen naleving, zoals strategische inzichten, sterkere governance of een scherpere focus op de prioriteiten van stakeholders — en veel bedrijfsleiders zijn zich hiervan bewust. Wie op koers blijft met rapporteren, een goed begrip van materialiteit behoudt en positieve stappen zet, zal zichzelf positioneren als koploper op het gebied van veerkracht, concurrentiekracht en vertrouwen van stakeholders.

Derk de Haan, Senior Consultant, ESG & Reporting

Ons team van experts heeft een enorme drive om het klimaatprobleem aan te pakken. Samen gaan we voor een positieve verandering. Steeds meer organisaties kiezen ervoor om met ons de weg naar Net Zero te bewandelen, ongeacht waar ze zijn op hun reis. Doe je ook mee?

]]>
The Cost of Silence 2025 https://www.anthesisgroup.com/nl/insights/the-cost-of-silence-2025/ Thu, 17 Jul 2025 07:42:26 +0000 https://www.anthesisgroup.com/nl/?p=57546

The Cost of Silence 2025

17 juli 2025

cost of silence feature

Download
The Cost of Silence

Hoe vaak hoor je het niet? Dat duurzaamheidsplannen worden uitgesteld of naar de achtergrond verdwijnen. Er zijn andere dringende zaken, of er heerst twijfel of duurzaamheid wel iets oplevert.

Met ons nieuwe rapport The Cost of Silence hebben we eindelijk duidelijke cijfers om daar iets tegenover te zetten. Drie jaar lang hebben we 500 bedrijven uit 16 verschillende sectoren onderzocht. Wat blijkt? Duurzaam ondernemen is geen luxe voor het imago – het draagt écht bij aan betere bedrijfsresultaten.

Uit het onderzoek komt naar voren:

  • Bedrijven die goed presteren op duurzaamheid hebben tot wel 6% hogere winst (EBITDA) dan vergelijkbare bedrijven
  • Hoe een bedrijf wordt gezien op het gebied van duurzaamheid bepaalt tot wel 31% van de reputatie van marktleiders.
  • Toch laat 79% van de bedrijven dit voordeel liggen, doordat ze óf overdrijven wat ze doen, óf er helemaal niets over zeggen

Een winststijging van 6% is geen kwestie van idealen – het is een zakelijke kans. Kiezen om te zwijgen over duurzaamheid is dus niet meer neutraal. Duurzaamheid is een motor voor groei én een belangrijk onderdeel van je reputatie.

Dit rapport geeft je de inzichten die je nodig hebt om met vertrouwen te kiezen voor actie én duidelijk te laten zien waar je voor staat.

Zet de volgende stap

Wij helpen je om inzichten om te zetten in een gerichte strategie. Dat doen we op drie manieren:

1. Verdiepende sessie voor het management

We nemen je mee door de belangrijkste inzichten uit het rapport en maken de vertaalslag naar jouw sector. Zo weet je waar duurzaamheid het meeste oplevert voor jouw organisatie.

2. Op maat gemaakte duurzaamheidsbenchmark

Onze analisten maken een benchmarkrapport op maat. Daarin vergelijken we jullie aanpak en reputatie rond duurzaamheid met die van belangrijke concurrenten – en laten we zien waar de kansen liggen.

3. Strategische communicatie-aanpak

Als duidelijk is waar de kansen liggen, helpen we je met een communicatiestrategie die vertrouwen wekt en ervoor zorgt dat je duurzaamheidsinspanningen geloofwaardig én overtuigend overkomen.

Neem contact op

Ontdek samen met onze experts hoe je je merkverhaal kunt versterken met purpose en impact.

]]>
Een nieuw tijdperk van ESG: onzekerheid én kansen https://www.anthesisgroup.com/nl/insights/een-nieuw-tijdperk-van-esg/ Tue, 24 Jun 2025 13:49:37 +0000 https://www.anthesisgroup.com/nl/?p=57349

Een nieuw tijdperk van ESG: onzekerheid én kansen

staircases 1

Uit gesprekken met collega’s, klanten en externe netwerken horen we een duidelijk en consistent geluid: bedrijven bevinden zich in een periode van toenemende onzekerheid rond duurzaamheid. Veranderende wereldwijde regelgeving, hogere verwachtingen van stakeholders en toenemende politieke gevoeligheden zorgen voor spanning. Enerzijds is er de noodzaak om door te blijven pakken, anderzijds groeit de terughoudendheid – zowel in de snelheid van ESG-inspanningen als in hoe organisaties zich publiekelijk positioneren.

Deze dynamische situatie leidt binnen veel organisaties tot belangrijke gesprekken: hoe houd je het momentum vast, hoe formuleer je opnieuw de zakelijke meerwaarde, en hoe pas je je strategie aan om geloofwaardig, veerkrachtig en toekomstgericht te blijven?

Belangrijke thema’s die naar voren komen

  • Wisselwerking in regelgeving: Organisaties bewegen tussen uitbreiding én versobering van wet- en regelgeving – denk aan het afzwakken van de CSRD in de EU, veranderende regelgeving in de VS en nieuwe ISSB-ontwikkelingen. Dit zorgt voor onduidelijkheid over wat wanneer precies moet gebeuren.
  • Tijd als strategisch voordeel: Voor bedrijven die te maken hebben met vertragingen, zoeken ESG-leiders naar manieren om deze extra tijd goed te benutten. Ze gebruiken de extra tijd om interne afstemming te versterken, de juiste competenties op te bouwen en duurzaamheid te blijven positioneren als strategische waarde – niet alleen als iets dat moet vanwege de regels.
  • Structurele keuzes: Omdat er geen duidelijke koers meer is vanuit de regelgeving, denken bedrijven opnieuw na over hoe ESG binnen de organisatie is ingebed. Hou je het centraal, of laat je de verantwoordelijkheid meer bij de verschillende afdelingen liggen? We zien dat organisaties hiermee experimenteren en hun aanpak aanpassen.
  • Diversiteit, Gelijkheid en Inclusie (DEI) onder het vergrootglas: Thema’s zoals DEI krijgen weer extra aandacht. Door wisselende signalen vanuit regelgeving en maatschappelijke discussies heroverwegen veel bedrijven hoe ze omgaan met sociaal gevoelige onderwerpen.
  • Fundamentele verandering of tijdelijke rimpeling? De grote vraag blijft: is deze onrust tijdelijk, of een teken van een structurele verschuiving? Ervaren duurzaamheidsexperts weten dat publieke aandacht vaak in golven komt, en richten zich op langetermijnwaarde. Vooruitstrevende bedrijven kiezen voor wendbaarheid – en bouwen veerkracht in hun ESG-strategie en -governance.

Duurzaamheid herdefiniëren voorbij compliance

Nu regelgeving verandert en het politieke speelveld schuift, moeten bedrijven hun duurzaamheidsstrategie opnieuw onderbouwen – met focus op strategische waarde, niet alleen op naleving van regels.

ESG-leiders ervaren steeds meer druk van raden van bestuur, investeerders en private equity-partijen om snel zichtbare resultaten te laten zien, naast een sterke langetermijnvisie. Dat vraagt om het vertalen van ESG naar concrete businessresultaten: kostenbesparing, risicobeperking, betere toegang tot kapitaal, behoud van talent, klantloyaliteit en duurzame groei.

De vraag naar praktijkvoorbeelden en benchmarks is groot. ESG-professionals zoeken naar inspirerende cases die aantonen hoe andere organisaties meetbare impact hebben gerealiseerd. Zulke bewijspunten zijn essentieel om intern draagvlak te creëren en het momentum vast te houden. In een vakgebied dat soms best op zichzelf kan staan, is samenwerking binnen de organisatie cruciaal – niet alleen om kennis te delen, maar vooral om werkbare strategieën uit te wisselen voor het meenemen van interne stakeholders.

Duurzaamheid communiceren in een verdeelde wereld

In het huidige gepolariseerde klimaat vraagt communicatie over duurzaamheid om zorgvuldigheid. Wat in het ene land goed valt, kan in het andere juist voor weerstand zorgen – met name zichtbaar in de verschillen tussen de VS en de EU.

In de VS staan ESG-thema’s als diversiteit (DEI), klimaat en zogenaamd ‘woke’-beleid steeds meer onder politieke druk. Tegelijkertijd verwachten investeerders, consumenten en medewerkers nog altijd duidelijke keuzes, transparantie en ambitie.

Uit ons komende rapport The Cost of Silence (juli) blijkt: niets zeggen is soms net zo riskant als te veel zeggen. Bedrijven die zich terugtrekken na kritiek, kunnen vertrouwen verliezen, reputatieschade oplopen en minder invloed hebben. We zien dit nu al gebeuren. Sommige bedrijven die hun DEI-beleid hebben afgezwakt na publieke druk, zien minder betrokkenheid. Anderen, die juist standvastig blijven, krijgen meer steun van klanten en meer verkeer op hun kanalen. Het laat zien: hoe je je publiekelijk uitspreekt over ESG heeft directe impact op je reputatie én bedrijfsresultaten.

Tegelijkertijd wordt steeds duidelijker dat effectieve communicatie begint bij het kiezen van de juiste woorden. Begrippen als ‘schone lucht’, ‘eerlijkheid’ en ‘kansen’ spreken breder aan dan termen als ‘klimaatrechtvaardigheid’ of ‘equity’. Met strategisch gekozen taal blijf je trouw aan je waarden, zonder onnodige controverse. Intern moet je verhaal aansluiten bij de realiteit en taal van je collega’s. Extern moet het herkenbaar zijn voor verschillende doelgroepen – van toezichthouders tot klanten en medewerkers.

Kortom: als ESG-leider moet je niet alleen weten wat je zegt, maar ook hoe, waar en tegen wie. Strategisch communiceren is geen extraatje meer – het is een essentiële vaardigheid voor duurzaam leiderschap in een verdeelde wereld.

Vooruitgang in duurzaamheid ontstaat wanneer je spreekt in de taal van wat bedrijven écht bezighoudt – en van persoonlijke waarden. Niet in technische termen of alleen vanuit regelgeving. Door abstracte begrippen als milieu, sociaal en governance te vertalen naar tastbare resultaten die er voor mensen toe doen – zoals gezonde bodems, een toekomstbestendig bedrijf of iets waardevols nalaten aan de volgende generatie – vind je een gemeenschappelijke basis die verschillen overstijgt.

Stuart McLachlan, CEO, Anthesis.

Hoe houd je de vaart erin?

Uit recente samenwerkingen en gesprekken blijkt een duidelijke rode draad: succesvolle organisaties kiezen een doordachte en strategische aanpak. Ze combineren realisme met veerkracht.

Neem afstand om scherp te blijven
Leiders nemen bewust even pauze om door de ruis heen te kijken – voorbij de krantenkoppen en politieke discussies. Door hun strategie te baseren op wat echt belangrijk is voor het bedrijf en de belangrijkste stakeholders, behouden ze focus en richting.

Vooruitdenken met scenario’s
De toekomst is altijd onzeker. Juist daarom bouwen veel organisaties flexibiliteit in hun ESG-strategie. Ze werken met meerdere scenario’s, zoals:

  • Best case: De huidige weerstand tegen duurzaamheid blijkt tijdelijk en leidt uiteindelijk tot een sterker, volwassener duurzaamheidsbeleid.
  • Middle path: De turbulentie is van korte duur en druk vanuit regelgeving en markt keert terug naar het niveau van 2024 – met extra aandacht voor datakwaliteit en waardecreatie.
  • Worst case: Duurzaamheid komt structureel onder druk te staan in sommige regio’s, wat sociale en ecologische risico’s vergroot – totdat nieuwe crises dwingen tot herziening.

Focus op ‘no-regret’ acties
Veel bedrijven zetten in op acties die altijd waardevol zijn, ongeacht het scenario. Denk aan:

  • het versterken van de businesscase voor duurzaamheid
  • operationele verbeteringen
  • duidelijke, aansprekende communicatie
  • investeren in impact en efficiëntie
  • samenwerken met anderen om ontwikkelingen te volgen en erop in te spelen

Blijf in beweging
Door vast te houden aan je waarden, te bouwen op wetenschap en te blijven richten op langetermijndoelen, kun je als organisatie het verschil blijven maken. De organisaties die nu koersvast én flexibel zijn, vormen niet alleen de toekomst – ze geven er richting aan.

Dank aan onze klanten voor het open delen van hun ervaringen en inzichten – zowel in gesprekken met onze teams als tijdens onze bijeenkomsten. Deze uitwisselingen helpen ons om samen beter om te gaan met de uitdagingen én kansen van duurzaamheid.

Ons team van experts heeft een enorme drive om het klimaatprobleem aan te pakken. Samen gaan we voor een positieve verandering. Steeds meer organisaties kiezen ervoor om met ons de weg naar Net Zero te bewandelen, ongeacht waar ze zijn op hun reis. Doe je ook mee?

]]>
Whitepaper | Conceptversie 2.0 van de SBTi Corporate Net-Zero Standard https://www.anthesisgroup.com/nl/insights/conceptversie-2-sbti-corporate-net-zero-standard/ Fri, 09 May 2025 07:30:20 +0000 https://www.anthesisgroup.com/nl/?p=57300
]]>
Voldoen aan de EUDR: Zo pak je het aan https://www.anthesisgroup.com/nl/insights/voldoen-aan-de-eudr/ Thu, 01 May 2025 12:54:04 +0000 https://www.anthesisgroup.com/nl/?p=57290
Guidance

Voldoen aan de EUDR: Zo pak je het aan

De European Union Deforestation Regulation (EUDR), oftewel de Europese wetgeving tegen ontbossing, stelt strenge regels aan bedrijven die grondstoffen importeren die te maken kunnen hebben met ontbossing. Bedrijven moeten goed voorbereid zijn om aan deze regels te voldoen. Dit helpt om juridische problemen te voorkomen en zorgt ervoor dat je producten op de Europese markt mogen blijven.

In deze whitepaper leggen we stap voor stap uit hoe je EUDR-compliant wordt.

Onze zes praktische stappen:

  • Onderzoek welke producten of grondstoffen voor jouw bedrijf relevant zijn
  • Maak je supply chain inzichtelijk
  • Voer zorgvuldig onderzoek uit naar herkomst en risico’s
  • Werk samen met leveranciers en partners en zorg voor voldoende kennis
  • Zet een goed werkend systeem op om risico’s te beheersen
  • Rapporteer duidelijk en open over je aanpak en voortgang

In de whitepaper lees je hoe je deze stappen slim aanpakt en welke valkuilen je kunt vermijden.

Bezig met laden…
]]>
SBTi brengt conceptversie 2.0 uit van de Corporate Net-Zero Standard – dit moet je weten https://www.anthesisgroup.com/nl/insights/sbti-v2-corporate-net-zero-standard/ Tue, 22 Apr 2025 16:44:00 +0000 https://www.anthesisgroup.com/nl/?p=57261

SBTi brengt conceptversie 2.0 uit van de Corporate Net-Zero Standard

Dit moet je weten

nature

De Science Based Targets initiative (SBTi) heeft een nieuwe conceptversie van de Corporate Net-Zero Standard uitgebracht en vraagt om reacties vanuit het publiek. Deze vernieuwde versie (“Versie 2.0”, gepubliceerd in maart 2025) bevat nieuwe voorstellen en eisen die invloed hebben op hoe bedrijven hun doelen voor de korte termijn én hun net-zero doelen opstellen, volgen en bijstellen.

In grote lijnen legt Versie 2.0 meer nadruk op actie en biedt het bedrijven meer flexibiliteit om hun uitstoot uiterlijk in 2050 – of eerder – terug te brengen. Er komen meer maatwerkopties, afhankelijk van de grootte en locatie van je bedrijf. Daarnaast zijn er aangepaste criteria voor het stellen van doelen en het reduceren van uitstoot in álle scopes. Ook is er meer aandacht voor CO₂-verwijdering én voor inspanningen buiten je eigen waardeketen.

Belangrijkste veranderingen en wat dit voor jou betekent

Versie 2.0 bestaat uit zes hoofdstukken. Het eerste gaat over de eisen voor net-zero doelstellingen en transitieplannen. De andere vijf richten zich op een cyclus van “continue verbetering”, waarbij je je uitstoot goed in kaart brengt en je doelen regelmatig stelt, evalueert en bijwerkt. Deze opzet hoort bij een nieuw validatiemodel dat bedrijven helpt om stap voor stap te blijven verbeteren op weg naar net-zero.

Er zijn vooral veranderingen op zeven belangrijke punten:

Indeling van bedrijven

Er komt een nieuwe indeling van bedrijven op basis van grootte en locatie. De eisen verschillen per categorie. De grootte wordt bepaald aan de hand van EU-regels, en de geografische indeling volgt die van de Wereldbank.

Doelstellingen & transitieplannen

Ben je een groot bedrijf of gevestigd in een hooginkomensland? Dan mag je straks geen kortetermijndoel meer stellen zonder óók een net-zero doel voor uiterlijk 2050 vast te leggen. Ook wordt het verplicht om een klimaattransitieplan te publiceren zodra je doelen zijn gevalideerd door de SBTi.

Broeikasgasinventarisaties

Er komen aanpassingen in hoe je je uitstoot meet en rapporteert. Denk aan strengere eisen voor je uitgangsjaar, prestaties, Scope 3-emissies en de manier waarop je gegevens verzamelt en controleert. Nieuw is ook de eis voor een onafhankelijke controle (third party assurance) van je uitstootcijfers.

Doelstellingen

In Versie 2.0 stelt SBTi voor om geen variatie meer toe te staan in de looptijd van doelen. In plaats daarvan moet je je kortetermijndoelen voortaan vastleggen in periodes van vijf jaar. Ook wordt het verplicht om voor elk van de drie scopes een apart doel te stellen dat in lijn is met het 1,5°C-pad — dus geen gecombineerd doel meer voor Scope 1 en 2. Voor Scope 2 moet je bovendien zowel een locatiegebaseerd als een marktgebaseerd doel instellen. Voor Scope 3 biedt Versie 2.0 iets meer flexibiliteit bij het bepalen van doelen en reductiemaatregelen.

Voortdurende & restemissies, BVCM en CO₂-verwijdering

SBTi onderzoekt momenteel verschillende opties voor hoe bedrijven moeten omgaan met restemissies in Scope 1. Dat kan bijvoorbeeld door verplichte doelen voor CO₂-verwijdering of door meer vrijheid in de manier waarop je verwijdering aanpakt. De nieuwe versie laat zien dat SBTi meer nadruk legt op CO₂-verwijdering, wat ook een impuls kan geven aan de ontwikkeling van deze markt.

Wat betreft Beyond Value Chain Mitigation (BVCM) — oftewel CO₂-reductie buiten je eigen waardeketen — biedt Versie 2.0 extra vrijwillige mogelijkheden om je inspanningen zichtbaar te maken. Maar let op: deze tellen nog steeds niet mee voor het behalen van science-based targets.

Voortgang meten op je doelen

Een belangrijk doel van Versie 2.0 is dat bedrijven hun voortgang op de gestelde doelen actief blijven beoordelen en communiceren. Er komt daarom een verplichte voortgangsrapportage, waarmee je laat zien hoe serieus je het neemt — en waarmee koplopers in CO₂-reductie erkenning kunnen krijgen.

Communicatie over doelen en claims

Versie 2.0 bevat uitgebreide richtlijnen over hoe je als bedrijf mag communiceren over je klimaatdoelen en de validatie daarvan. Er wordt gestuurd op transparantie, consistentie en nauwkeurigheid, zodat claims geloofwaardig blijven.

Wat betekent dit voor jou?

Doelen stellen in 2025 en 2026

De voorgestelde veranderingen gaan pas vanaf 2027 gelden. Stel je in 2025 of 2026 doelen? Dan volg je nog de huidige criteria van SBTi. Deze doelen blijven geldig tot 2030, of vijf jaar vanaf het moment dat ze zijn vastgesteld — afhankelijk van wat het eerst komt. Vanaf 2027 moeten bedrijven nieuwe doelen stellen volgens de richtlijnen van Versie 2.0.

Lopende doelen blijven geldig

Heb je al een goedgekeurd kortetermijndoel? Dan blijft dat gewoon geldig tot de einddatum of tot 2030, afhankelijk van wat eerder is.

Geef je mening: de openbare consultatieperiode

SBTi vraagt bedrijven om feedback te geven op Versie 2.0 tussen 18 maart en 1 juni 2025. Dit is hét moment om mee te denken en invloed uit te oefenen op de uiteindelijke versie van de standaard. Zeker als je al doelen hebt opgesteld of dat binnenkort van plan bent, is het aan te raden om deel te nemen aan deze consultatie.

Wil je nóg meer impact hebben op de uiteindelijke standaard? Dan kun je ook meedoen aan de pilotfase in de tweede helft van 2025.

Wij zijn ’s werelds toonaangevende doelgerichte, digitaal ondersteunde, op wetenschap gebaseerde activator. En we verwelkomen altijd vragen en partnerschappen om samen positieve verandering teweeg te brengen.

]]>
De eerste CSRD-rapportages onder de loep: wat kun je ervan leren? https://www.anthesisgroup.com/nl/insights/de-eerste-csrd-rapportages-onder-de-loep-wat-kun-je-ervan-leren/ Thu, 10 Apr 2025 09:26:23 +0000 https://anthesisglobal.wpenginepowered.com/nl/?p=57245

De eerste CSRD-rapportages onder de loep: wat kun je ervan leren?

Anthesis heeft de eerste reeks CSRD-rapportages geanalyseerd om te zien hoe bedrijven hiermee omgaan en waar ze over rapporteren.

River 1

De European Sustainability Reporting Standards (ESRS) stelt strenge eisen, zelfs voor bedrijven die ervaring hebben met rapporteren. Met de voorgestelde aanpassingen uit het EU Omnibus-pakket blijft de ESRS de norm voor een goede en zorgvuldige rapportage.

Met nog veel meer rapportages op komst, delen we graag wat we tot nu toe zien: hoe bedrijven omgaan met de nieuwe verplichtingen en welke thema’s zij het belangrijkst vinden.

Amount of CSRD reports

Wat valt op in de eerste CSRD-rapportages?

Uitgebreide en gedetailleerde rapportages

Wat direct opvalt: de nieuwe duurzaamheidsrapportages zijn uitgebreid. Gemiddeld zijn ze zo’n 98 pagina’s lang. Bedrijven gaan in op 6 à 7 van de 10 thema’s uit de ESRS-richtlijnen.

Vooral de thema’s klimaatverandering (E1), personeel (S1) en goed bestuur (G1) worden bijna altijd meegenomen. Elk bedrijf in het onderzoek rapporteerde over klimaat (E1), bijna allemaal over personeel (S1), en slechts zes bedrijven gaven aan geen relevante onderwerpen te hebben binnen goed bestuur (G1). Je ziet ook dat deze drie thema’s vaak het meest zijn uitgewerkt.

Bedrijven tonen extra ambitie op klimaat

Volgens de regels moet elk bedrijf een net zero-doel hebben voor uiterlijk 2050. Maar veel bedrijven gaan verder.

Zo heeft een groot aantal bedrijven een klimaatscenario-analyse gedaan. En bijna een derde heeft zelfs een net zero-doel dat al vóór 2050 ligt. Daarmee laten ze zien dat ze meer willen doen dan het minimum.

Thema’s waar minder vaak over wordt gerapporteerd

Sommige onderwerpen komen nog weinig terug in de eerste CSRD-rapportages. Het gaat dan vooral om:

  • Getroffen gemeenschappen (S3)
  • Water & marine hulpbronnen (E3)
  • Vervuiling (E2)

Toch zijn er sectoren waarin deze thema’s wél relevant zijn en vaker worden meegenomen:

  • Getroffen gemeenschappen (S3): bouw, energie (zoals elektriciteit, gas, olie en duurzame energie), banken en supermarkten.
  • Water & marine hulpbronnen (E3): farmaceutische industrie, voedingsmiddelen, drankproducenten, chemie en de bouw.
  • Vervuiling (E2): farmacie, bouw, luchtvracht, logistiek en medische hulpmiddelen.

Werk je in een van deze sectoren? Dan is het slim om juist op deze thema’s in te zetten. Je sluit daarmee beter aan bij de verwachtingen in jouw sector én bij wat klanten en andere betrokkenen belangrijk vinden.

De ESRS-richtlijnen draaien niet alleen om wat je opschrijft, maar vooral om wat je doet.

Een mooi verhaal is niet meer genoeg. Je hebt een duidelijk plan nodig – met acties en strategieën om echt stappen te zetten en risico’s goed aan te pakken op de onderwerpen die voor jouw organisatie belangrijk zijn.”

Alex McKay, Technical Director

Materiële IRO’s (impacts, risks and opportunities)

Het aantal IRO’s dat bedrijven benoemen verschilt enorm. Gemiddeld worden er zo’n 32 genoemd, maar het loopt uiteen van slechts 9 tot wel 120.

Niet verrassend: bedrijven in sectoren met veel CO₂-uitstoot rapporteren meestal meer IRO’s.

Ook de manier waarop IRO’s worden beschreven loopt uiteen. Sommige bedrijven houden het vrij algemeen, terwijl anderen heel concreet en gedetailleerd uitleggen wat de impact, risico’s en kansen zijn.

Average number of IROs

Een hoger aantal geïdentificeerde IRO’s correleert meestal met een langer rapport, met ongeveer 1 IRO per 3 pagina’s inhoud.

Er is een balans nodig tussen voldoende specificatie, zodat de IRO’s nuttig en inzichtelijk zijn, en het aantal niet te hoog maken, zodat het beheersbaar blijft. IRO’s – zowel de formulering als de score – moeten regelmatig worden herzien om ervoor te zorgen dat ze volledig en bruikbaar zijn.

IRO’s vormen de basis van de ESRS-rapportage, dus het is echt belangrijk om ze goed te definiëren. We raden aan om de impact, het risico of de kans duidelijk te omschrijven, te bepalen waar het zich bevindt in de waardeketen, en de gevolgen voor zowel het bedrijf als de bredere wereld te specificeren. “

Derk de Haan, Senior Consultant

Hoe wordt de informatie gerapporteerd?

De meeste duurzaamheidsverklaringen worden vóór de financiële verslagen gepresenteerd in de jaarverslagen.

Placement of sustainability statement

Bedrijven gebruiken vaak specifieke ESRS-terminologie door het hele rapport heen, zoals onderwerp- en openbaarmakingscodes, of beide. Naarmate de tijd vordert, verwachten we dat bedrijven minder vaak ESRS-terminologie zullen gebruiken in hun rapportages. Toch biedt deze structuur in het begin een nuttige houvast voor zowel de maker als de lezer van het rapport. Gezien de complexiteit van de ESRS, kunnen bedrijven deze verwijzingen langer behouden dan verwacht.

ESRS terminology

Assurance

Niet verrassend, aangezien we nog in de vroege fase van de ESRS-rapportage zitten, hebben bijna alle rapporten een goedkeurende verklaring van de auditor ontvangen, wat betekent dat de verklaringen als eerlijk en transparant werden beschouwd. Eén bedrijf ontving een goedkeurende verklaring met uitzondering, en een ander bedrijf vermeldde niet of de verklaring goedgekeurd of afgekeurd was.

Uit de eerste rapporten en gesprekken met onze klanten blijkt duidelijk dat de uitgaven voor assurance via auditbedrijven aanzienlijk zijn – meestal zo’n 20% van het budget voor de financiële audit. Voor bedrijven die na de omnibus-wet nog steeds onder de CSRD vallen – zowel beursgenoteerde als niet-beursgenoteerde grote EU-bedrijven – is er nu een kans om deze uitgaven opnieuw te evalueren en te zorgen dat ze proportioneel zijn. Door zich beter voor te bereiden op het auditproces in jaar twee, kunnen bedrijven ervoor zorgen dat meer van het budget wordt besteed aan projecten die duurzame impact en strategische waarde voor de organisatie genereren.

Bedrijven moeten de extra tijd die de wijzigingen door de Omnibus-wet hen bieden goed benutten om hun data en controles op orde te krijgen. Dit maakt de rapportage en assurance eenvoudiger en soepeler, en kan op de lange termijn voordelen opleveren.”

Chris Shaw, Technical Director

Hoe Anthesis kan ondersteunen

De eerste ronde van CSRD-rapporten markeert de start van een sterkere, transparantere en consistentere aanpak van duurzaamheidsrapportage, ongeacht wat er verder gebeurt met de EU Omnibus.

Bij Anthesis begeleiden onze CSRD-experts klanten door elke stap van dit proces. We helpen de complexiteit te verminderen, zodat niet alleen de naleving gewaarborgd wordt, maar ook waardevolle inzichten worden verkregen, strategieën worden versterkt en blijvend voordeel wordt gecreëerd.

Ons team van experts heeft een enorme drive om het klimaatprobleem aan te pakken. Samen gaan we voor een positieve verandering. Steeds meer organisaties kiezen ervoor om met ons de weg naar Net Zero te bewandelen, ongeacht waar ze zijn op hun reis. Doe je ook mee?

]]>